Recent publiceerde het CPB de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling. Het CPB concludeert dat deze doeltreffend is, maar bij driekwart van de bedrijfsovernames onnodig is om de continuïteit van bedrijven niet in gevaar te brengen. LTO Nederland maakt zich grote zorgen over de conclusie van het CPB dat de regeling onnodig is, omdat er voldoende liquide middelen aanwezig zijn bij bedrijfsovernames om de erf- en schenkbelasting te betalen.
Versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling maakt bedrijfsovername in de land- en tuinbouw onmogelijk.
Bedrijfsovername landbouw
Bedrijfsovername in de land- en tuinbouw vraagt om een langjarig commitment van de ondernemer, de opvolger, de familie en financiers. Aan bedrijfsopvolging gaan vele jaren voorbereiding vooraf en vergt, zeker in het huidige onzekere toekomstperspectief voor boeren en tuinders, grote investeringen. “We moeten ons realiseren dat het voor de continuïteit in de land- en tuinbouw essentieel is dat jonge bedrijfsopvolgers gebruik kunnen blijven maken van de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen.” zegt Eric Douma, portefeuillehouder Ondernemerschap en Onderwijs van LTO Nederland.
Vermogensbeslag
De agrarische sector wordt al decennialang gekenmerkt door een groot vermogensbeslag die niet liquide is en vastzit in gebouwen, dieren of planten en in grond. “In de signalering van het CPB dat in het merendeel van de bedrijfsoverdrachten er voldoende liquide middelen zouden zijn voor het betalen van schenk- of erfbelasting herkent LTO Nederland zich zeer zeker niet.“ zegt Eric Douma. Bij bedrijfsoverdrachten wordt bij de bepaling van de overnameprijs doorgaans de maximale financieringsruimte gehanteerd bij de vaststelling van de waarde van de onderneming.
In de praktijk is er onder die omstandigheid, buiten de financiering van de overnameprijs, geen ruimte voor extra financiering. Bijvoorbeeld om de eventueel verschuldigde belastingen te betalen. Ook banken zijn zeer terughoudend in het financieren van fiscale claims. “Gezien de enorme maatschappelijke opgaven en daarbij gepaard gaande noodzakelijke investeringen die jonge agrarische bedrijfsopvolgers voor hun rekening moeten nemen, gaat de conclusie van het CPB voorbij aan het grote belang van de bedrijfsopvolgingsregeling voor de land- en tuinbouw”, aldus Eric Douma.
Continuïteit familiebedrijven
LTO Nederland wijst ook op de afspraken van het huidige kabinet in het coalitieakkoord. Daarin hebben de regeringspartijen afgesproken om de continuïteit van familiebedrijven te ondersteunen en bedrijfsopvolging eenvoudiger te maken. LTO Nederland gaat er daarom vanuit dat het kabinet zich houdt aan haar eigen afspraken en niet overgaat tot versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling.
Bron: LTO Nederland