De consumentenprijsindex van varkensvlees is sinds de zomer van 2019 sterk in beweging. Waar deze in het verleden schommelde tussen enkele punten onder en boven de 100, is deze gestegen naar 113 punten, daarna iets teruggezakt en in februari en maart met 10% gestegen tot 120 punten. Het lijkt erop dat de retail opnieuw een correctie doorvoert naar aanleiding van gestegen inkoopprijzen. De producentenprijzen en prijzen af boerderij liggen in maart ook nog op een hoog niveau. De negatieve effecten van de coronacrisis zullen pas in de aprilcijfers naar voren komen.
Prijsontwikkeling varkens
De prijzen van varkens en varkensvlees zijn fors in beweging. De consumentenprijsindex (CPI) verloopt in het algemeen veel stabieler dan de producentenprijsindex en de af boerderijprijsindex. Beide laatste indexen zijn met elkaar verweven en sterk beïnvloed door een veelheid aan klanten en markten in binnen- en buitenland. De CPI heeft echter in de zomer van 2019 en vervolgens dit voorjaar een forse sprong omhoog gemaakt, vermoedelijk als reactie op gestegen inkoopprijzen. In maart bereikte de CPI een niveau van 120 punten, dat is 10% hoger dan in januari (en 20% hoger dan vorig jaar in maart).
Producentenprijs vleesvarkens
De producentenprijs daarentegen ligt sinds november 2019 vrij stabiel rond de 140 punten: nu op 139 punten, 27% hoger dan maart vorig jaar. Deze index bereikte in december 2019 een topniveau met 143 punten. Het prijsniveau in december is vaak relatief hoog vanwege de vraag rond de feestdagen. De af-boerderijprijs schommelde de afgelopen maanden tussen 150 en 160 punten. Deze ligt nu op 157 punten, wat 40% hoger is dan vorig jaar in maart. Belangrijke drijfveer voor het hoge prijsniveau en de prijsfluctuaties is de sterke vraag naar varkensvlees buiten de EU, met name vanuit China. De export van varkensvleesproducten vanuit de EU naar China is in 2019 meer dan verdubbeld ten opzichte van het jaar ervoor. De grote vraag hangt samen met de ingestorte eigen productie door de Afrikaanse varkenspest. Andere landen in Oost-Azië hebben daar ook mee te maken, maar China vraagt veel grotere volumes en betaalt ook hogere prijzen dan omliggende landen. Dit hangt samen met de sterke verwevenheid van varkensvlees met de Chinese eetcultuur.
Covid-19 effecten
De effecten van Covid-19 zijn nog niet zichtbaar in de cijfers. Slachterijen ondervinden op dit moment hinder van personele beperkingen: een combinatie van zieke medewerkers, het afstandscriterium aan de band, en buitenlands personeel dat minder gemakkelijk beschikbaar is. Ze draaien op een iets lagere capaciteit (in de orde van 10% lager). Daarnaast zijn er belemmeringen in de vermarkting, vooral door beperkte afzet naar Zuid-Europese bestemmingen. Daartegenover staat een goedlopende afzet naar Aziatische landen, vooral China. De afzet van luxere delen naar food service is sterk teruggelopen door sluiting van de horeca, maar de afzet naar supermarkten is groter. Deze afzet betreft veelal populaire producten. Voor de industrie is het lastig om een goede prijs te krijgen voor luxere delen.
Prijsdruk varkensvlees
De onzekerheid rond de vermarkting van het vlees en de sluiting van enkele slachterijen in Duitsland leiden tot een forse prijsdruk op varkensvlees en varkens. De af-boerderijprijs is tussen medio maart en medio mei in totaal al met meer dan 20% gedaald. Afhankelijk van de snelheid van versoepeling van de lockdown in ons land, is enig marktherstel richting de zomer denkbaar. Structureel is er de komende jaren wereldwijd echter een tekort aan varkensvlees, wat steun geeft aan de afzetmogelijkheden en daarmee aan de prijs.
Prijsvorming keten
Het varkensvlees wordt in de supermarkt of bij de slager gekocht. Supermarkten en slagers kopen varkensvlees van de vleesindustrie. Die bestaat uit slachterijen en vleesverwerkers. Slachterijen kopen vleesvarkens van veehouders rechtstreeks of via veehandelaren. Veehouders produceren vleesvarkens in gespecialiseerde bedrijven of gesloten bedrijven. Zeugenbedrijven zijn belangrijke toeleveranciers van biggen voor de gespecialiseerde bedrijven. De gesloten bedrijven produceren de eigen biggen.
Toelichting vleessector
Circa 60% van het varkensvlees en 80% van de vleeswaren wordt in de supermarkt gekocht. Daarnaast loopt ongeveer 35% van het varkensvlees via de buitenhuishoudelijke markt (horeca, ziekenhuizen enzovoort). Consumenten kopen meer varkensvlees in januari, vaak aangemoedigd door reclameacties. Verder wordt meer vlees gekocht in het barbecueseizoen en is er een piek in december. Supermarkten kopen varkensvlees hoofdzakelijk van de Nederlandse vleesindustrie, zeker sinds alle retailers hebben toegezegd om per 2015 voor vers varkensvlees mee te doen met het programma Varkensvlees van morgen, dat van Nederlandse bodem is. Voor een deel wordt dat vlees echter betrokken van Duitse slachterijen die Nederlandse varkens slachten. De verwerking van varkensvlees is voor een belangrijk deel gekoppeld aan de slachterijen. De grootste vier slachterijen hebben een aandeel van circa 90%. Er zijn in 2019 in Nederland 16,6 miljoen varkens geslacht. De vleesindustrie slacht en verwerkt de dieren tot vers vlees en vleeswaren, die voor een groot deel worden geëxporteerd. Voor de productie wordt ook varkensvlees geïmporteerd. De zelfvoorzieningsgraad van de Nederlandse varkensvleesketen bedraagt circa 330%. De in totaal circa 3.400 bedrijven met vleesvarkens produceren 18 miljoen vleesvarkens. Hiervan worden ongeveer 2 miljoen dieren geëxporteerd. Daarnaast worden bijna 7 miljoen biggen over de grens verkocht. Door de Saneringsregeling varkensbedrijven zal het aantal varkens tussen eind 2020 en voorjaar 2021 naar verwachting dalen met 5-10%.
Prijsvorming varkensvlees
De prijsontwikkeling van het pakket varkensvlees dat de consument in de supermarkt koopt, is opvallend vlak, zij het dat de gemiddelde prijs in december iets hoger ligt. De retail heeft een eigen prijsbeleid dat beperkt beïnvloed wordt door de inkoopprijs. Het prijsniveau bij concurrenten, promotieacties en de rol van vlees in het totale productassortiment van supermarkten spelen ook een rol. Prijsbewegingen van industrie (producentenprijs) en boeren (af boerderij) vertonen daarom nauwelijks samenhang met de consumentenprijs. Voor de handel tussen de slachterijen en supermarkten worden jaarcontracten gebruikt. Daarbinnen vindt per vier weken overleg plaats over reclameacties. Afhankelijk van onder andere het weer vinden dagelijks correcties plaats op de bestelde volumes. Slachterijen geven de prijsbewegingen op hun afzetmarkt door aan de varkenshouders. De markten voor varkens en varkensvlees in Noordwest-Europa zijn nauw met elkaar verweven. De prijsvorming is vrij. Door de seizoenseffecten in de afzet op detailhandelsniveau schommelen ook de wekelijkse slachterij- en handelsnoteringen of opbrengsten van vleesvarkens. De EU heeft de laatste jaren een flink gestegen zelfvoorziening in varkensvlees (tot circa 120% in 2019), wat betekent dat de prijsvorming in toenemende mate invloed ondervindt van de prijzen in derde markten buiten Europa.
Consumentenprijsindex
De consumentenprijsindex (CPI) is gebaseerd op varkensvlees bij supermarkten en slagers. De producentenprijsindex (PPI) is gebaseerd op de opbrengstprijzen van producenten van vers of gekoeld varkensvlees bij afzet naar het binnenland. De af-boerderijprijs is gebaseerd op de wekelijkse noteringen voor slachtvarkens. De indices zijn herzien, waarbij het jaar 2015 op 100% is gezet.