Klinische symptomen kunnen een varkenshouder – maar ook een dierenarts – soms op een verkeerd spoor zetten. Bij het vermoeden van een ziekte, virus of aandoening kan sectie daarom van grote meerwaarde zijn. Wanneer is een sectie aan te bevelen? Hoe gaat zo’n sectie in zijn werk? En hoe vertaalt u de uitkomsten van het sectieverslag naar uw dagelijkse bedrijfsvoering?
Varkenshouders die hebben deelgenomen aan de workshop ‘van kraambed tot kwaliteitsbig’ kregen onder meer antwoord op bovenstaande vragen tijdens de sectie die onderdeel uitmaakte van de interactieve workshop die eind vorig jaar door MSD Animal Health en ForFarmers werd georganiseerd. Dierenarts Rutger Jansen van ForFarmers zorgde – samen met patholoog anatoom Mieke Vrijenhoek van MSD Animal Health – voor een uniek kijkje achter de schermen.
Wat aan een sectieverslag vooraf gaat
Jansen was er meteen voorstander van om een sectie onderdeel te laten uitmaken van de workshop. “Als varkenshouder ontvang je het sectieverslag. Los van het feit dat het lezen van zo’n verslag – waarin in medische terminologie wordt beschreven wat er tijdens de sectie is aangetroffen – niet voor elke varkenshouder gesneden koek is, gaat er heel wat aan zo’n verslag vooraf. Dit was een unieke kans voor varkenshouders om daar zicht op te krijgen, terwijl het voor ons een mooie kans was om meer over ons werk en het nut van een sectie te vertellen.”
Van binnen naar buiten: meer inzicht
“Als dierenarts moet je meestal afgaan op wat een dier aan de buitenkant laat ziet. Bij een sectie is dat andersom. Daarbij kijk je juist van binnen naar buiten. Dat levert veel meer inzichten op. Wanneer je sectie pleegt op een dier, kun je letterlijk zien waar het probleem zit en voor welke veranderingen of letsel een virus, bacterie of ziekte zorgt.”
Meer kennis, effectievere aanpak
“Ook ten aanzien van voeropname kan sectie verhelderende inzichten geven”, aldus Jansen. “Wanneer een varken diarree heeft, is het logisch om aan te nemen dat het probleem zich in de darmen afspeelt. Maar een varken heeft wel twintig meter darmen. Het is van groot belang om te weten in welk stuk van de darm de problemen ontstaan. Zo werkt de dunne darm anders dan de dikke. Bovendien spelen in de dunne darm hele andere bacteriën een rol dan in de dikke. Hoe exacter je weet wat er aan de hand is, des te effectiever je het probleem kunt aanpakken.”
Tijdens de sectie maakte Jansen de workshopdeelnemers duidelijk dat een sectie vaak waardevolle inzichten oplevert, maar dat regelmatig aanvullend onderzoek nodig is. “Niet alles is met het blote oog te zien. Als je weet waar het probleem zich voordoet, weet je niet altijd door welke bacterie of virus het wordt veroorzaakt. Daarom is vervolgonderzoek, zoals bijvoorbeeld microscopisch onderzoek, soms nodig om de onderste steen boven te krijgen.”
Kon u niet bij de biggenworkshop aanwezig zijn? Download hier het gratis kennisdocument ‘De basis voor een gezonde biggenopfok’
Wilt u er zeker van zijn dat u als eerste op de hoogte bent van het nieuws over diergezondheid en welzijn? Meldt u zich dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.
Meer informatie
MSD Animal Health
Postbus 50
5830 AB Boxmeer
T.: +31 (0)485 585272
E.: msdahsecretariaat@merck.com
W.: www.varkens-msd-animal-health.nl